Get the original WordStar documents:
INHOUD.DOC en
MANUAL.DOC
TYZACK 64-M GEBRUIKERSHANDBOEK
CASIA CORPORATION HOLLAND 1990
© 1990 AB, inc.
Inhoud
Algemeen
Het Tyzack 64M systeem wordt algemeen beschouwd als het beste
8-bit systeem ter wereld. Het huidige systeem is opgebouwd uit een
MSX 2 en een MSX 1. Het hoofdsysteem is de MSX2. De MSX neemt het
sample-werk voor zijn rekening. Verder heeft het systeem seriële
poorten, parallele poorten, een digitizer, een stereo sampler,
extra toegevoegde geluidsgeneratoren, een MIDI interface,
joystick aansluitingen, mogelijkheden voor meerdere monitoren met
verschillende beelden. Maar gezien het feit dat de Tyzack aanhang
alleen maar bestaat uit echte Tyzack fans mogen deze gegevens als
bekend worden verondersteld.
Er wordt door Casia's technische afdeling gewerkt aan de
opvolger voor het Tyzack 64M systeem, te weten de VSD DADP GNTP.
Meer informatie hierover is vanzelfsprekend te verkrijgen bij
Casia Info Service, inc.
Het Uitpakken
Het Tyzack 64M systeem wordt geleverd in een royale doos, waarin
onder meer ook het toetsenbord, dit Gebruikershandboek, de
nodige aansluitgegevens en de papieren voor Casia's levenslange
garantie. Het uitpakken van het systeem is simpel: alles uit de
doos halen, schuimplastic blokken verwijderen, etc. Het bekende
werk. Nu wil iedereen natuurlijk gelijk resultaten. Dat kan
echter niet met een Tyzack, want eerst moet het systeem worden
aangesloten. Hier begint het typisch-tyzack achtige te werken.
Tyzack heeft namelijk veel aansluitingen. Nu hoeven deze
natuurlijk niet allemaal te worden aangesloten. Om te beginnen is
het noodzakelijk de TV of Monitor aan te sluiten, 220 volten erin
te stoppen en om het toetsenbord in te pluggen. Zie Appendix C
voor deze aansluitingen. Nu kan Tyzack aan. Dit gebeurt met de
mini-schakelaar onderop. Op de TV (kanaal 36) of op de monitor
verschijnt nu als het goed is:
MSX-BASIC version 2.0
(C)1985 Microsoft coorporation
TYDOS version 1.0
(C)1989 Casia, inc.
*** TYZACK 64-M ***
Ready.
|
Als dit inderdaad het geval is ben je heel blij, want dan kun je
gaan tyzacken. Als dit niet het geval is dan gaat er iets niet
goed.
'tyzacken' is het programmeren op Tyzack. Dit omvat meestal
beeldbewerkingen (digitizing of veel kleuren) of sampling.
In dit handboek wordt geen aandacht besteed aan de MSX BASIC
die in Tyzack wordt gebruikt. Hierover zijn al genoeg boeken
geschreven, en daarvan worden er ook meegeleverd met Tyzack.
Voor digitizen is het aansluiten van een videobron nodig.
Hoe dit in zijn werk gaat is te zien in Appendix A, tevens is
hier te zien hoe de Digitizer wordt gesynchroniseerd. Voor
sampling is een soortgelijk iets nodig, namelijk het aansluiten
van een audiobron. In het algemeen is dit een audio genererend
apparaat met normale line out. Ook kunnen echter koptelefoon
uitgangen van walkmans of draagbare toestanden worden gebruikt.
Met nadruk wordt gezegd dat microfoons niet in aanmerking komen
om aangesloten te worden. Het gebruik van de sampler is het best
te weten te komen door proberen. Aan de hand van de commandolijst
die wordt gegeven over/van de sampler is een heel eind te
komen. Eventuele problemen kunnen altijd met een telefoontje
naar Casia niet verholpen worden (Casia doet niet aan
telefonische hulp). Er zijn veel boeken verschenen over het
fenomeen Tyzack. Hierin is duidelijk het werken met het systeem
weergegeven en wij verwijzen hierbij daarnaar. Ook kan het zijn
dat in Het vallen der regen van Vr. M. Berger (2036) het een en
ander over het werken met de Tyzack Sampler verschijnt.
Verder gewoon veel proberen, het lukt vast wel…
De Digitizer
Het Tyzack 64M system beschikt over een zwart/wit digitizer met een resolutie
van 256 bij 256 pixels (picture elements) of 'dots'. Wanneer een videobeeld wordt aangeboden op de 'Video In' aansluiting van het systeem wordt,
bij goed ingestelde synchronisatie, het beeld 50 keer per seconde ingelezen in
het eigen geheugen van de digitizer (8kB). Het instellen van de
synchronisatie wordt uit de doeken gedaan in Appendix A.
Het beeld kan vervolgens in de computer worden gehaald met
een CMD commando. Het geheugen van de computer kan tegelijkertijd
8 beelden opslaan (het formaat verschilt van dat wat de Video
Processor gebruikt, en daardoor neemt een beeld slechts 8K in
beslag). Er is een ander CMD commando nodig om de ingeladen
beelden op het scherm te vertonen (alleen SCREEN 8). Op deze
manier kunnen snel achter elkaar beelden worden ingeladen zonder
dat er het tijdsverlies van conversie naar scherm bij komt.
Een andere belangrijke functie is de mogelijkheid om een
beeld the 'smoothen'. Hierbij wordt een pixel vergeleken met de
pixels eromheen, en wordt hieruit een grijswaarde afgeleidt. Het
zwart/wit beeld wordt op deze manier omgezet in een beeld dat
vijf grijstinten bezit. Een geSMOOTH beeld kan niet meer in de
geheugen buffers van de digitizer worden opgeslagen omdat het het
meer dan 8K geheugen vergt.
De digitizer kan in de zogenaamde 'LOCK' toestand gezet
worden waardoor er geen beelden meer worden ingelezen. Wanneer
gedigitaliseerd wordt vanaf een video bron die bewegende beelden
genereert (videorecorder, televisie) dan is het aan te raden om
deze functie te gebruiken. Doordat de snelheid van het inleescommando lager is dan de inleessnelheid van de digitizer, zullen
er bij één keer inlezen meerdere beelden worden gepakt. Bij
bewegende beelden resulteert dit in een onsamenhangende
lijnenmassa op het scherm.
Een overzicht van de CMD commando's:
- CMD DIG <block><subblock>
(Digitize)
-
Leest een beeld in van de digitizer en kopieert het naar een
buffer in het RAM van de computer. <block> en <subblock>
geven aan in welke van de 8 beschikbare buffers het beeld
moet worden opgeslagen. <block> kan elke waarde uit { A, B,
C, D } zijn en <subblock> is 0 of 1. Dit heeft tot gevolg
dat A0 de eerste buffer is, A1 de tweede, B0 de derde enz.
- CMD GDP <block><subblock> "," <vertshift>
(Get Digitized Picture)
-
Het beeld dat is opgeslagen in een van 8 de acht buffers in
het RAM wordt omgezet naar schermformaat en vertoond.
<block> en <subblock> hebben dezelfde betekenis als hiervoor. <vertshift> geeft de vertikale verschuiving aan waarmee het beeld wordt vertoond. Dit is nodig omdat het gedigitaliseerde beeld 256 pixels hoog is en het scherm slechts
212. <vertshift> mag elke waarde zijn van 0 tot en met 44.
Dit commando werkt alleen in SCREEN 8 en zal een foutmelding
geven wanneer het wordt gegeven in een andere scherm-mode.
- CMD SMT ["@:"] <block><subblock> "," <vertshift>
(Smooth)
-
Dit commando werkt op een gelijke manier als CMD GDP. Dit
heeft als gevolg dat <block>, <subblock> en <vertshift>
gelijk gedefinieerd zijn. Dit commando gebruikt echter een
door Casia ontwikkelde methode om het zwart/wit beeld om te
zetten naar 5 grijstinten. Ook dit commando werkt alleen in
SCREEN 8.
Wanneer voor het blocknummer "@:" wordt gezet, dan zal de
smooth functie de kleurnummers voor de vijf grijstinten niet
uit het Tyzack programma ROM halen, maar uit het
gebruikersgeheugen, en wel op de adressen F080H–F084H. Met
de BASIC instructie POKE kunnen hier vijf zelf gekozen
kleurwaarde ingezet worden voordat het CMD SMT commando
wordt gegeven. Deze geheugen adressen worden ook gebruikt
door andere Tyzack commando's, wat betekent dat er niet van
uit gegaan kan worden dat
deze kleurwaarden behouden zijn. De veiligste weg
is ze net voor het aanroepen van de functie te definiëren.
De vooraf ingestelde kleuren zijn: 00H, 24H, 49H, 6EH en
FFH.
- CMD LCK
(Lock)
-
Dit commando zorgt ervoor dat de digitizer het beeld afmaakt
dat op dat moment wordt ingelezen, en dan in de 'LOCK'
toestand komt. Dit wil zeggen dat er geen beelden meer
worden ingelezen. Dit is vooral handig wanneer bewegende
beelden worden ingelezen, omdat er anders met CMD DIG meerde
beelden tegelijk worden gepakt, wat rare effecten kan geven.
- CMD ULK
(Unlock)
-
Dit commando heft de 'LOCK' toestand van de digitizer op.
Zie CMD LCK voor de uitleg van deze toestand.
Het is aan te raden om gedigitaliseerde beelden eerst video GDP
te bekijken alvorens ze te SMOOTHen, omdat het smooth commando
vrij lang duurt (circa 8 seconden) en niet onderbroken kan worden
met behulp van CTRL-STOP.
De Geluidsprocessoren
Tyzack beschikt over twee Philips geluidsprocessoren met elk zes
kanalen. Elk kanaal kan worden ingesteld qua volume en
toonhoogte. Ook is het opwekken van ruis mogelijk. Elke processor
beschikt tevens over twee onafhanelijke enveloppe generatoren,
die het volume van een kanaal in de tijd laten veranderen en die
het geluid in het stereobeeld kunnen laten 'bewegen'.
De twee geluidsprocessoren worden beschouwt als 1 processor
met 64 registers. Het komt er op neer dat de eerste 32 registers
van geluidprocessor 1 zijn en de tweede 32 van processor 2. In de
behandeling wordt alleen gekeken naar processor 1. Voor de
registernummers van processor 2 dient bij elke registerwaarde van
processor 1 32 te worden opgeteld, zo komt register 8 van
processor 1 overeen met register 40. (8 van processor 2).
- CMD SND <reg> "," <data>
(Sound)
-
Er is maar één commando voor het besturen van de twee
processoren. De twee worden gebruikt als één processor met
64 registers, hierdoor kan <reg> dus elke waarde hebben van
0 tot en met 63. Er moet echter wel worden opgemerkt dat
niet elk register een functie heeft in de processor. (zie
ook het register overzicht). <data> kan elke mogelijke byte
waarde hebben (0 - 255).
Overzicht van de functies van de registers:
Dec Hex 7 6 5 4 3 2 1 0 (bit)
0 00 L30 L20 L10 L00 R30 R20 R10 R00 volume chan. 0
1 01 L31 L21 L11 L01 R31 R21 R11 R00 volume chan. 1
2 02 L32 L22 L12 L02 R32 R22 R12 R02 volume chan. 2
3 03 L33 L23 L13 L03 R33 R23 R13 R03 volume chan. 3
4 04 L34 L24 L14 L04 R34 R24 R14 R04 volume chan. 4
5 05 L35 L25 L15 L05 R35 R25 R15 R05 volume chan. 5
6 06 - - - - - - - - not used
7 07 - - - - - - - - not used
8 08 N70 N60 N50 N40 N30 N20 N10 N00 note chan. 0
9 09 N71 N61 N51 N41 N31 N21 N11 N01 note chan. 1
10 0A N72 N62 N52 N42 N32 N22 N12 N02 note chan. 2
11 0B N73 N63 N53 N43 N33 N23 N13 N03 note chan. 3
12 0C N74 N64 N54 N44 N34 N24 N14 N04 note chan. 4
13 0D N75 N65 N55 N45 N35 N25 N15 N05 note chan. 5
14 0E - - - - - - - - not used
15 0F - - - - - - - - not used
16 10 - O21 O11 O01 - O20 O10 O00 octave chan. 1/0
17 11 - O23 O13 O03 - O22 O12 O02 octave chan. 3/2
18 12 - O25 O15 O05 - O24 O14 O04 octave chan. 5/4
19 13 - - - - - - - - not used
20 14 - - SD5 SD4 SD3 SD2 SD1 SD0 sound on
21 15 - - NS5 NS4 NS3 NS2 NS1 NS0 noise on
22 16 - - N11 N01 - - N10 N00 noise select 1/0
23 17 - - - - - - - - not used
24 18 E70 - E50 E40 E30 E20 E10 E10 enveloppe 0
25 19 E71 - E51 E41 E31 E21 E11 E01 enveloppe 1
26 1A - - - - - - - - not used
27 1B - - - - - - - - not used
28 1C - - - - - - - EN chip on/off
29 1D - - - - - - - - not used
30 1E - - - - - - - - not used
31 1F - - - - - - - - not used
Per kanaal kan de processor 8 (octaven) x 256 ('noten') = 2048
verschillende tonen produceren. Per octaaf zijn er natuurlijk
maar twaalf werkelijke noten (standaard noten systeem). Hier
volgen voor alle noten de bijbehorende 'note' waarde:
C 25 F# 152
C# 46 G 17
D# 89 A 216
E 110 A# 237
F 131 B 4 (*)
(*) Bij een B in octaaf n moet het octaafregister worden gevuld
met de waarde n+1 en het note register met de waarde 4.
[N.B. De waarde voor D is weggevallen in transcriptie]
Het volume van een kanaal wordt apart voor links en rechts
ingesteld, de formule VOLUME = 16 * LEFTVOLUME + RIGHTVOLUME kan
gebruikt worden. Voor mono gebruikt is ook de formule VOLUME = 17
* VOLUME handig. Het volume kan worden ingesteld van 0 tot en met
15, waarbij 0 het kanaal uit zet, en 15 het hardst is.
Het kanaal wordt aan en uitgezet met behulp van de bits in
register 20. Een 1 in dit register wil zeggen dat het kanaal
doorgegeven wordt aan de uitgang (om inderdaad geluid te krijgen
moet natuurlijk het volume open staan, en de chip 'on'). Om alle
kanalen aan te zetten wordt CMD SND 20,31 gebruikt, maar (voor
gemak) CMD SND 20,255 kan ook gebruikt worden. De bovenste twee
bits hebben geen betekenis.
Ruis kan worden aangezet met behulp van register 21. De chip
heeft 2 ruisgeneratoren wat ertoe leidt dat kanalen 0 - 2 het
geluid van ruisgenerator 0 vertegenwoordigen, en kanalen 3 - 5
het geluid van ruisgenerator 1.
De 'vorm' van de ruis wordt bepaald met de waarden in register
22. Dit wordt gedaan met twee bits, die het volgende betekenen:
N1x N0x
0 0 Ruisklok: 31,3 kHz
0 1 Ruisklok: 15,6 kHz
1 0 Ruisklok: 7,6 kHz
1 1 van generator 0 (x = 0) of 3 (x = 1)
De enveloppe wordt ingesteld met registers 24 en 25. 24 regelt de
enveloppe voor kanaal 2 en 25 voor kanaal 5. De betekenis van de
bits is als volgt:
bit 0 0: links en rechts zijn gelijk
1: links en rechts zijn tegengesteld
bit 1,2,3 0 0 0 amplitude = 0
0 0 1 amplitude = maximaal
0 1 0 enkelvoudige decay
0 1 1 herhaalde decay
1 0 0 enkelvoudige driehoek
1 0 1 herhaalde driehoek
1 1 0 enkelvoudige attack
1 1 1 herhaalde attack
bit 4 0: vorm van enveloppe wordt met 4 bits bepaald
1: vorm van enveloppe wordt met 3 bits bepaald
bit 5 0: enveloppe wordt geklokt door generator 1 of 4
1: enveloppe wordt geklokt door write pulse (niet
mogelijk in Tyzack 64M systeem)
bit 6 moet altijd 0 zijn
bit 7 0: enveloppe is uit
1: enveloppe start
(Zie Appendix B voor enveloppe curves)
Voor de frequenties van de generatoren bestaat een formule die
soms handig kan zijn:
frequentie = 8000000 / 2^(17 - octave + (1 - note/255))
Vanuit deze frequentie kan de snelheid van de enveloppe worden
berekend wanneer deze geklokt wordt vanuit generator 1 of 4:
8/f-klok (4 bits) of 4/f-klok (3 bits)
De Speech Synthesizer
De speech synthesizer (spraakgenerator) van Tyzack is een SPO
256-AL2. Het IC wekt spraak op met behulp van foneemsynthese. In
de chip zijn 64 'klanken' opgeslagen die gecombineerd kunnen
worden tot woorden. Er is voorzien in een buffer voor de speech
synthesizer waardoor programma executie niet opgehouden wordt
door de speech synthesizer. Het aansturen gaat met de codes van
de fonemen. De volgende commando's zijn beschikbaar:
- CMD SAY """ <foneem> [ "/" <foneem> ] """
(Say)
-
Het commando CMD SAY accepteert 64 verschillende foneem
codes en stopt de meegegeven codes in de buffer. Wanneer de
buffer vol is wordt het laatste byte in de buffer
overschreven. Het laatste foneem in de buffer is dus altijd
het laatst ingevoerde byte, zo zal dus een 'stop' code nooit
verloren gaan.
De fonemen worden opgesomd in de volgende lijst:
Silence
PA1 (10 ms) before BB, DD, GG, and JH
PA2 (30 ms) before BB, DD, GG, and JH
PA3 (50 ms) before PP, TT, KK, and CH, and between words
PA4 (100 ms) between clauses and sentences
PA5 (200 ms) between clauses and sentences
Short Vowels
IH sitting, stranded
EH extent, gentlemen
AE extract, acting
UH cookie, full
AO talking, song
AX lapel, instruct
AA pottery, cotton
Long Vowels
IY treat, people, penny
EY great, statement, tray
AY kite, sky, mighty
OY noise, toy, voice
UW1 after clusters with YY: computer
UW2 in monosyllabic words: two, food
OW zone, close, snow
AW sound, mouse, down
R-Colored Vowels
ER1 letter, furniture, interrupt
ER2 monosyllables: bird, fern, burn
OR fortune, adorn, store
AR farm, alarm, garment
YR hear, earring, irresponsible
XR hair, declare, stare
Resonants
WW we, warrant, linquist
RR1 initial position: read, write, x-ray
RR2 initial clusters: brown, crane, grease
LL like, hello, steel
EL little, angle, gentlemen
YY1 clusters: cute, beauty, computer
YY2 initial position: yes, yarn, yo-yo
Voiced Fricatives
VV vest, prove, even
DH1 word-initial position: this, then, they
DH2 word-final and between vowels: bathing
ZZ zoo, phase
ZH beige, pleasure
Voiceless Fricatives
FF These may be doubled for initial position
TH and used in final position
SS
SH shirt, leash, nation
HH1 before front vowels: YR,IY,IH,EY,EH,XR,AE
HH2 before back vowels: UW,UH,OW,OY,AO,OR,AR
WH white, whim, twenty
Voiced Stops
BB1 final position: rib; between vowels:
fibber; in clusters: bleed, brown
BB2 initial position before a vowel: beast
DD1 final position: played, end
DD2 initial position: down; clusters: drain
GG1 before high front vowels: YR,IY,IH,EY,EH,XR
GG2 before high back vowels: UW,UH,OW,OY,AX; and
clusters: green, glue
GG3 before low vowels: AE,AW,AY,AR,AA,AO,OR,ER;
in medial clusters: anger; and final
positioning: peg
Voiceless Stops
PP pleasure, ample, trip
TT1 final clusters before SS: tests, its
TT2 all other positions: test, street
KK1 before front vowels: YR,IY,IH,EY,EH,XR,AY,
AE,ER,AX; initial clusters: cute,
clown, scream
KK2 final position: speak; final clusters:
task
KK3 before back vowels: UW,UH,OW,OY,OR,AR,AO;
initial clusters: crane, quick,
scream
Affricates
CH church, feature
JH judge, injure
Nasal
MM milk, alarm, ample
NN1 before front and central vowels: YR,IY,IH,
EY,EH,XR,AE,ER,AX,AW,AY,UW; final clusters:
earn
NN2 before back vowels: UH,OW,OY,OR,AR,AA
NG string, anger
- CMD SPN
(Speech On)
-
De speech buffer wordt uitgelezen op de interrupt. Voordat
er wordt gekeken of er nieuwe data moet worden geschreven
wordt een bit in het I/O status byte van Tyzack bekeken. Als
dit bit 0 is wordt de speech synthesizer niet meer
aangestuurd. Dit betekent dat het uitlezen uit de buffer
niet meer gebeurt. Het uitlezen wordt aangeschakeld met SPN.
Hierdoor wordt het bit op 1 gezet.
- CMD SPF
(Speech Off)
-
Zie SPN. Het bit in het I/O status byte wordt op 0 gezet.
Het is mogelijk dat de speech synthesizer op het laatst
uitgevoerde foneem blijft 'hangen'. Wanneer dit gebeurt kan
de speech worden uitgezet met behulp van CMD ALF (zie
aldaar).
- CMD SBE
(Speech Buffer Empty)
-
De speech buffer wordt leeg gemaakt, en de speech interrupt
wordt uitgeschakeld (zie SPF). Nieuwe data wordt weer
helemaal aan het begin van de buffer geschreven. Ook dit
commando kent het probleem dat de speech kan blijven
'hangen', zie ook hiervoor SPF.
Het nu volgende voorbeeld programma tekent een collectie cirkels
op het scherm en roept er steeds de naam van de computer
doorheen:
10 SCREEN 8
20 CMD SPF:FOR X=1 TO 30:CMD SAY "TT2/AY/ZZ/EH/KK2/PA5":NEXT X
30 CMD SPN
40 FOR R=0 TO 50 STEP 2:CIRCLE (128,106),R,255:NEXT R
50 GOTO 50
Algemene Commando's
De algemene commando's behoren niet tot een bepaalde groep
hardware in Tyzack. Ook de commando's die een uitbreiding zijn op
de mogelijkheden van de MSX basic behoren tot de algemene CMD
commando's. Hier het overzicht:
- CMD HLP
(Help)
-
Dit commando geeft een overzicht van alle CMD commando's die
geen betrekking hebben op de sampler (deze staan in een
ander deel van het Tyzack programma ROM en worden daardoor
niet weergegeven). De lijst geeft alle drie-letterige
commando's, de CMD ervoor wordt niet gegeven.
- CMD MSX
(Microsoft Extended Basic)
-
Dit commando reset de computer en laat deze opstarten
volgens de MSX norm. De Tyzack commando's zijn maar
gedeeltelijk beschikbaar na dit commando. Wanneer er geen
echte noodzaak voor is, is het aan te raden alleen maar op te
starten als Tyzack 64M systeem. Dat wil zeggen, door de
RESET knop, of het aanzetten van het systeem (mogelijk
hangt de computer zelfs wanneer er wordt geprobeerd op te
starten als MSX, vooral wanneer er datacommunicatie met de
extended sampler comp gaande was).
- CMD PIE [ <decimal> ]
(Pi)
-
Dit commando geeft de eerste duizend decimalen van pie op
het scherm. Omdat er geen rekening wordt gehouden met de
schermgrootte zal het op het 40 tekens scherm van het scherm
afscrollen. Voor goed gebruikt van deze functie wordt
aangeraden met 80 tekens te werken. Als extra optie kan een
getal worden meegegeven (0–1000) dat tot gevolg heeft dat
alleen die decimaal wordt uitgeprint.
Bijvoorbeeld:
10 PRINT "De 341-ste decimaal van Pi is een ";
20 CMD PIE 341
- CMD ALN
(All on)
-
Dit commando schakelt de 'chip on' bits van de geluids
processors op 1. Dit heeft tot gevolg dat, wanneer volume en
aan/uit ingesteld zijn. Het geluid (weer) weergegeven wordt.
Het is niet helemaal de tegenhanger van ALF, omdat het niets
doet met de speech synthesizer. Het commando komt in feite
overeen met CMD SND 28,1:CMD SND 60,1.
- CMD ALF
(All off)
-
Dit commando schakelt al het op dat moment spelende geluid
uit. Dit betekent dat de 'chip on' bits van de geluids
processors op 0 wordt gezet, en dat een PA1 code naar de
speech wordt gestuurd (om een geluid dat was blijven
'hangen' uit te zetten). Er moet worden opgemerkt dat de
bufferbesturing van de speech niet wordt uitgezet. Als er
dus nog data in de buffer zit, en er is een SPN gegeven, dan
gaat de speech, na het onderbreken van 1 foneem, weer gewoon
door. Effectief in dit geval is CMD SPF:CMD ALF. Wat dit
commando in feite doet is:
CMD SND 28,0:CMD SND 60,0:OUT 58,0
(output port 58 is voor de speech synthesizer).
- CMD SMP
(Sampler)
-
Dit commando is niet meer geïmplementeerd op de 64M met
extended sampler comp. Het kan echter wel zeer erge gevolgen
hebben voor het systeem (resetten). Het dient dus niet
gebruikt te worden. Het zit er alleen in vanwege de niet-
opwaardse compatibiliteit van het systeem.
- CMD CHC <oldcolor> "," <newcolor>
(Change color)
-
Dit commando verandert alle voorkomens van kleur <oldcolor>
op het scherm in kleur <newcolor>. Het commando werkt alleen
op SCREEN 8. De kleurwaarden kunnen alles zijn van 0 tot en
met 255. Wanneer <oldcolor> = <newcolor> gebeurt er niets op
het scherm (zinloze actie). Dit commando biedt vooral
uitkomst in samenwerking met CMD SMT. De kleurwaarden waren
hier &H00, &H24, &H49, &H6E, &HFF. Om bijvoorbeeld alle
voorkomens wit in een geSMOOTH beeld te veranderen in kleur
nummer 171, moet CMD CHC 255,171 worden gegeven.
Sampler
De sampler is een zelfstandig computerdeel in Tyzack. Het bevat
een eigen microprocessor en geheugen. Wanneer er op de video-uit
of de RF-uit van dit systeem een beeldscherm wordt aangesloten
dan is het volgende beeld te zien:
*** TYZACK SAMPLER SUBSYSTEM ***
A: 0000, EFFE N: 0000, EFFE
B: 0000, EFFE O: 0000, EFFE
C: 0000, EFFE P: 0000, EFFE
D: 0000, EFFE Q: 0000, EFFE
E: 0000, EFFE R: 0000, EFFE
F: 0000, EFFE S: 0000, EFFE
G: 0000, EFFE T: 0000, EFFE
H: 0000, EFFE U: 0000, EFFE
I: 0000, EFFE V: 0000, EFFE
J: 0000, EFFE W: 0000, EFFE
K: 0000, EFFE X: 0000, EFFE
L: 0000, EFFE Y: 0000, EFFE
M: 0000, EFFE Z: 0000, EFFE
LOOP :
BACK :
LEFT : ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
RIGHT: ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
|
Het eerste deel toont de start- en eindwaarden van de labels,
bestaande uit een startadres en een eindadres (beide
hexadecimaal weergegeven). Bij opstarten worden alle labels
ingesteld op het maximale bereik (hier ca. 60K).
Eronder staan vier catagorieën. Wanneer een label bij loop
staat aangegeven betekent dat, dat het label steeds herhaald zal
worden. Wanneer een label bij back staat aangegeven wil dat
zeggen dat het van achter naar voren wordt afgespeeld.
De andere twee catagorieën geven aan welk kanaal moet worden
gebruikt bij het afspelen. Alle in het geheugen opgeslagen
samples zijn stereo. Bij het afspelen kan het label zodanig
worden ingesteld dat alleen links of alleen rechts wordt
weergegeven (geen van beide is niet mogelijk). Bij opstarten zijn
alle labels op beide kanalen ingesteld, dat betekent dat alle
labels gewoon stereo worden weergegeven.
De commando's om de instellingen van de labels te veranderen
zijn de volgende:
- CMD LAB """ <label> ":" <start> "," <eind> """
(Label)
-
Dit commando stelt de start en eindpunten van een label in.
De waarde <label> is A–Z (zie boven). Start- en eindpunten
zijn 0000–EFFE, waarbij alleen even getallen zin hebben
(in verband met stereo geluidsopslag). Oneven getallen
worden door het systeem omgezet naar het even getal eronder
(bit 0 wordt 0 gemaakt). Het spreekt voor zich dat <eind>
niet kleiner mag zijn dan <start> omdat dan het
afspeelgebied niet bepaald is. Een verandering in de labels
wordt op het scherm van de sampler weergegeven.
Voorbeeld: Het instellen van label 'G':
CMD LAB "G:1234,5362"
- CMD LOP <label>
(Loop)
-
Dit commando stelt een label in als loop. Het label zal bij
afspelen steeds worden herhaald. Op het scherm van de
sampler wordt dit zichtbaar doordat het label wordt getoond
in de lijst achter het woord 'LOOP'. <label> is van het
eerder gedefinieerde type.
- CMD NLP <label>
(No Loop)
-
Dit commando maakt een ingestelde loop ongedaan. Op het
scherm van de sampler zal het label uit de lijst verdwijnen.
Zie LOP voor <label>.
- CMD BCK <label>
(Backwards)
-
Dit commando stelt een label in voor achteruit afspelen.
Wanneer het label wordt aangeroepen in een PLY commando zal
het van achter naar voren worden afgespeeld. Op het scherm
van de sampler wordt dit aangegeven door het verschijnen van
het label in de lijst achter 'BACK'.
<label> is van eerder genoemd type.
- CMD NRM <label>
(Normal play)
-
Na het geven van dit commando zal een label weer gewoon van
voor naar achter worden afgespeeld. Het verdwijnt uit de
lijst van backwards-labels (als het erin stond). <label> is
van eerder genoemd type.
- CMD LFT <label>
(Left play only)
-
Wanneer dit commando wordt gegeven zal van het label alleen
nog maar het linker kanaal worden afgespeeld. Het rechter
kanaal zal worden onderdrukt (niet weergegeven). Op het
scherm van de sampler zal het label in de lijst van 'LEFT'
worden gezet, en weggehaalt uit 'RIGHT'. <label> is als
voorheen.
- CMD RGT <label>
(Right play only)
-
Dit commando is de tegenhanger van LFT. Het zal alleen het
rechter kanaal afspelen. De rest is analoog aan CMD LFT.
- CMD BTH <label>
(Both channels play)
-
Na het geven van dit commando staat het label weer zowel bij
'LEFT' in de lijst als bij 'RIGHT'. Het zal weer volledig
stereo worden weergegeven (vooropgesteld dat het goed stereo
is gesampled, en niet op maar een kanaal). <label> is als
eerder genoemd.
- CMD RST <label>
(Reset label)
-
Dit commando geeft een label de instelling die het ook heeft
na opstarten. Dat wil dus zeggen, het voert de volgende
dingen uit:
CMD LAB "*:0000,EFFE":CMD BTH *:CMD NRM *:CMD NLP *
<label> is vanzelfsprekend van eerder genoemd type.
Voor sampler-activiteiten is ook een aantal commando's
geïmplementeerd. Hier een overzicht:
- CMD TRG
(Through)
-
Na dit commando zal de sampler alle input op de audio-in
direct via A/D en D/A weergeven op de audio-out. Op deze
wijze kan men ingangsvolume en signaal instellen op de
sampler. Het wordt onderbroken met CMD STP of elk ander
sampler commando (alle commando's genereren een stop puls
voor de sampler, om hangen van het systeem te voorkomen, en
data niet verloren te laten gaan).
- CMD PLY <label> "," <speed>
(Play)
-
Dit commando speelt het geheugengebied af dat word
aangegeven door <label> (A–Z). De afspeelsnelheid wordt
opgegeven met <speed> (0–255), waarbij 1 het snelst is,
vervolgens oplopend tot 255 (zeer langzaam) en daarna nog 0
(het langzaamst). Wanneer een label is ingesteld op 'loop'
zal het blijven spelen tot een stop puls de sampler bereikt.
(handig voor muziek bij het werk, omdat de hoofdcomputer
gewoon door kan gaan met andere bezigheden).
- CMD PLY @
(Play keyboard-like)
-
Het PLY @ commando wordt gebruikt om snel labels te starten
en te stoppen. De sampler komt in een speciale mode waarin
het doorsturen van slechts 1 byte nodig is voor het starten
van een geluid. Dit doorsturen gebeurt met CMD TTS (zie
aldaar). Er moet erop worden gelet dat het geven van andere
commando's in deze mode niet mogelijk is en het hangen van
het systeem kan veroorzaken. Zie verder TTS.
- CMD TTS <value>
(Toets)
-
Dit commando is alleen geldig na een CMD PLY @. In andere
gevallen heeft het onvoorspelbare gevolgen. Het TTS commando
start een geluid in de sampler. <value> geeft de ingedrukte
toets aan (keyboard-like play method). <value> loopt van 1
tot en met 255. Bij een ingedrukte toets behoort een vooraf
ingestelde snelheid en een vooraf ingesteld label. Doordat
deze zaken per toets kunnen verschillen is het mogelijk zelf
het toetsenbord te configureren. De toonhoogte van elke
toets is in te stellen, en er is 'splitting' mogelijk. Er
kunnen verschillende geluiden worden gebruikt op 1
toetsenbord (eventueel zelfs 26 verschillende). De vooraf
ingestelde waarden zijn genoemd bij CMD SPT.
Wanneer voor <value> de waarde 0 wordt gebruikt, keert de
sampler terug van PLY @ mode naar gewone commando mode.
- CMD SPT <value> "," <label> "," <speed>
(Split)
-
Dit commando stelt voor een waarde <value>, die gebruikt kan
worden met TTS, het bijbehorende label en de bijbehorende
snelheid in. Standaard zijn bij opstarten de volgende
instellingen gemaakt:
Value Label Speed
1 A 1
2 A 2
3 A 3
. . .
. . .
255 A 255
Om een hele toetsenreeks in te stellen kan het volgende
programma fragment gebruikt worden:
340 REM Instellen toetsen 13 tot en met 24
350 FOR T=13 TO 24
360 CMD SPT T,D,T-8
370 NEXT T
Het programma maakt de volgende instelling:
Value Label Speed
. . .
. . .
13 A 5
14 A 6
15 A 7
. . .
. . .
23 A 15
24 A 16
. . .
. . .
- CMD RCD <label>
(Record)
-
Een belangrijk sampler commando. Dit commando laat de
sampler het geluid dat binnenkomt op de audio in opnemen in
het geheugengebied aangegeven met het label <label>. <label>
is A tot en met Z. De snelheid waarmee wordt opgenomen is de
maximale die mogelijk is en kan niet worden veranderd. De
snelheid komt ongeveer overeen met afspeelsnelheid 14.
- CMD SRS
(Sampler Reset)
-
Dit commando reset de sampler zodat deze in de toestand komt
zoals die bestond na inschakeling. Het commando heeft geen
invloed op de hoofdprocessor. Overigens is het interessant
om te weten dat het resetten van de hoofdprocessor (reset
knop) geen invloed heeft op de sampler. Wel kan het voorkomen dat er juist data transmissie bezig was van hoofdsysteem
naar sampler, zodat de sampler 'hangt' na het resetten van
de hoofdprocessor. Enige remedie: uit/aan.
- CMD SUB
(Sub Monitor)
-
Dit commando schakelt de sampler over naar de monitor
functie voor het maken van (machinetaal) programma's op de
sampler. Dit commando kan alleen goed worden gebruikt
wanneer het toetsenbord van de sampler is aangesloten.
- CMD STP
(Sampler stop)
-
Het geven van dit commando genereert een stop puls voor de
sampler zodat deze stopt met welke afspeel activiteit dan
ook (PLY of TRG). Een stop puls wordt echter ook gegeven
door elk ander commando wanneer een PLY of TRG bezig is,
zodat bij het instellen van een label vanuit het afspelen
van een loop niet eerst CMD STP hoeft te worden gegeven,
maar gelijk CMD LAB "…" kan worden gegeven.
Appendix A
Het synchroniseren van de digitizer gebeurt na aansluiten van een
video bron (zie Appendix C). Er zijn twee instelpotmeters in de
digitizer. Een voor het synchronisatieniveau en een voor
zwart/wit niveau. Het synchroniseren gaat als volgt:
- draai de zwart/wit regelaar in het midden
- draai de sync regelaar in het midden (good guess)
- probeer the digitizen
- wanneer het beeld nergens op lijkt moet de instelpotmeter
behoorlijk ver naar links of rechts gedraaid worden
- wanneer het beeld ergens op lijkt maar veel 'lege' lijnen
door het beeld lijken te lopen moet de potmeter slechts
weinig verdraaid worden
- wanneer het beeld goed is maar veel streept kan dit verholpen worden met de zwart/wit regelaar
- ook het te donker/te licht zijn moet met de zwart/regelaar
te verhelpen zijn
- wanneer het beeld zwart blijft of totaal niet veranderd
kan het zijn dat de 'LOCK' functie is ingeschakeld
- verder veel proberen
Appendix B
De enveloppe curves van de geluidsgeneratoren zijn als volgt:
bit bit 7=0 bit 7=1
3 2 1
0 0 0 _______________________________________________
0 0 1 _______________________________________________
0 1 0 _______________________________________________
0 1 1 _______________________________________________
1 0 0 _______________________________________________
1 0 1 _______________________________________________
1 1 0 _______________________________________________
1 1 1 _______________________________________________
Als de enveloppe actief is is het maximale volume 15/16 van de
normale waarde.
Appendix C
Aansluitingen van Tyzack 64M